Wooncoöperatie werkt mee aan kernverdichting
We moeten het niet onder stoelen of banken steken. Geschiedkundig gezien is Vlaanderen niet de beste leerling van de klas als het over inplanting van bebouwing gaat. De ene gemeente of stad loopt door in de andere. De steenwegen met lintbebouwing zijn een apart fenomeen. In de meeste landen is bebouwing geconcentreerd rond een stads- of dorpskern. Je ziet duidelijk wanneer je een stad verlaat en een andere gemeente binnenrijdt. Het zijn eilandjes omgeven door landbouwgrond of natuur met misschien hier en daar een eenzame woning. Alles heeft zijn voor- en nadelen, maar waarom is het als wooncoöperatie zo belangrijk om toch de kaart van de kernverdichting te trekken?
Kernverdichting is functioneel
We staan er helemaal niet bij stil. Vooral omdat we niets anders gewoon zijn. Maar het huidige Vlaamse bouwlandschap heeft op vele vlakken een negatieve impact. Denk in eerste instantie eens aan de mobiliteit. Hoeveel Vlamingen besteden dagelijks uren in de wagen om van en naar hun werk te rijden? Of aan de levenskwaliteit. Wie kan nog alle boodschappen op wandelafstand doen? En dan spreken we nog niet over de biodiversiteit en waterhuishouding. Stel je voor dat wonen en werken dicht bij elkaar ligt. En dat je te voet of met de fiets op enkele minuten van je huis je brood kan halen. Beeld je in hoe dit jouw levenskwaliteit bepaalt. Je wint massa’s tijd. Misschien behoor je al tot de ‘happy few’ die dit dagelijks ervaren. Maar er zijn ook vele anderen.
Kernverdichting en deeleconomie
Als je het goed bedenkt, zijn wij Vlamingen eerder Einzelgängers. We zijn geneigd om zelfstandig te leven. Of eerder: het is ons met de paplepel ingegeven om zelfstandig te leven. Eigen woning, eigen tuin, liefst met zoveel mogelijk privacy. De idee om ruimtes of tuinen te delen schrikt bijna af. Maar het een sluit het ander niet uit. Beeld je in dat je kinderen op een veilige manier in een grote tuin kunnen samenspelen met de kinderen uit de buurt. Maar dat je perfect gezellig samen met je vrienden op je eigen terras kan zitten. Beeld je in dat er in jouw appartementsblok een ruimte ter beschikking is voor een familiefeest dat net iets meer plaats vraagt dan je in jouw eigen living hebt. Autodelen en fietsdelen zijn een ideale oplossing voor de verplaatsingen die toch wat verderaf liggen. Dat is wat kernverdichting en deeleconomie kunnen bijbrengen.
Kernverdichting betekent meer ruimte voor groen
Het spreekt voor zich dat er meer ruimte vrij komt als we dichter bij elkaar gaan wonen. Ruimte voor groen. Ruimte voor duurzame landbouw. Uiteraard is groen in een stadskern van groot belang. Maar open ruimte is dat des te meer. Ruimte geven aan de natuur en de biodiversiteit komt ook onszelf ten goede. Het zijn plaatsen waar je even aan de drukte van de stad kan ontsnappen. Plaatsen die ons letterlijk zuurstof geven.
Hoe draagt de wooncoöperatie bij aan kernverdichting?
De wooncoöperatie gelooft sterk in de noodzaak van kernverdichting. We kiezen steeds voor gebouwen in een kern. Het is belangrijk dat deze gebouwen in een netwerk van openbaar vervoer gelegen zijn. Zo kan elke bewoner zich vlot verplaatsen. Als bewoner krijg je de mogelijkheid om een polyvalente ruimte te gebruiken. Er zijn oplaadpunten voor auto’s en fietsen. Afhankelijk van het project en de behoeften van de bewoners is er mogelijkheid tot gemeenschappelijke tuin en parking. Als bewoner van de wooncoöperatie ervaar je het comfort van de kernverdichting en draag je jouw steentje bij aan een duurzame maatschappij.